Het vermogen om goed om te gaan met moeilijkheden, tegenslagen, veranderingen en stress.
Het vermogen om interne en externe hulpbronnen en mogelijkheden aan te boren om zodoende met de moeilijkheid om te gaan en terug te veren.
Er ontstaat soms een spanning tussen je kind beschermen en toch veerkrachtig maken.
Een collega van mij, Toekie van Apeldoorn van de Kindercoaches, schreef in haar laatste nieuwsbrief over beschermen:
“Ze (kinderen) erkennen voor het gevoel dat ze hebben. Zonder in te gaan op de inhoud van volwassen issues. Ze een schouder, een tissue, een lege bladzijde en stiften of wat dan ook aan te bieden. Dat wat zij nodig hebben om zichzelf en wat er wel en niet is te uiten (lees; naar buiten te brengen) en te nemen wat er is.
Dat is ware bescherming: de kinderen leren hoe om te gaan met alle! kleuren van het leven.” (www.dekindercoaches.nl)
Een prachtige omschrijving.
Veerkracht kan groeien:
Wanneer je je als kind bewust bent, maar vooral de beschikking hebt over je kwaliteiten, je interne hulpbronnen.
Als ouder wil je je kind beschermen en ook sterker maken.
Uit eigen machteloosheid of oplossingsdrift gaan we soms erg ver met het oplossen voor het kind in plaats dat we het kind helpen om het op te lossen.
Je kind komt overstuur thuis. De andere kinderen roddelen over haar. |Speciaal een meisje. Je hebt haar nooit gemogen.
De meest voor de hand liggende reacties zijn:
“jeetje, heb je het nu weer niet tegen de juffrouw gezegd” (machteloosheid van de ouder? )Veerkracht van het kind zal waarschijnlijk niet groeien
“Speel dan gewoon niet meer met haar. Ik vind dat ze ook altijd de baas over je speelt” (oplossingsdrift van de ouder ?) Het kind zal zich waarschijnlijk nog rotter voelen.
Met de onderstaande benadering is er ruimte voor het kind om een eigen oplossing te vinden. Bovendien kan het kind gebruik maken van de tips van de belangrijke ouder. Ze gaat zich steeds capabeler voelen en heeft steeds vaker de beschikking over haar kwaliteiten. Haar zelfbeeld en veerkracht groeien.
Een gesprekje zou ongeveer zo kunnen gaan: “wat heb je er al aan gedaan? Niets? Nee dat geloof ik niet. Ik weet dat je het al genegeerd hebt, toch? Ben je al naar de juffrouw geweest? Ben je al met andere kinderen gaan spelen, heb je al ….. Kanjer, heb je al zoveel geprobeerd. Dan moet je je wel rot voelen, dat het nog niet over is. Wat ik nog kan bedenken is, dat je ….. Wat vind je daarvan? Heb je het idee dat de juffrouw weet dat je er zo mee zit dat er geroddeld wordt? Zal ik een keer met je meegaan of ga je het liever zelf nog een keer tegen haar zeggen?”