De integratieve kindertherapeut bekijkt het kind vanuit zes verschillende invalshoeken tegelijk.
In de loop der tijden zijn er grofweg zes verschillende verklarings- en behandelmodellen ontstaan:
- medisch model – is er sprake van lichamelijke klachten? (buikpijn, eczeem, hyperventilatie)
- stress model – wat is de verhouding tussen draaglast en draagkracht van het kind? (eetproblemen, slaapproblemen, leerproblemen)
- Gedragstherapie – welk gedrag kan aan- of afgeleerd worden? (duimzuigen, woedeaanvallen)
- Psychodynamisch model – is er sprake van onverwerkte ervaringen in het verleden (angsten/fobieen, traumaverwerking)
- systeemtherapie – het gehele gezinssysteem wordt behandeld om kinderen te helpen.
client-centered therapie – kinderen worden geholpen om hun verantwoordelijkheid en keuzevrijheid uit te breiden. - spiritueel model – wie ben ik (identiteit), waarom ben ik hier (zingeving)
De bovenstaande therapiemodellen hebben elk hun tekortkomingen.
De integratieve kindertherapeut selecteert uit de verschillende modellen die interventies, die voor uw kind van belang zijn.
Deze geïntegreerde aanpak zorgt ervoor dat uw kind centraal blijft staan en geen slachtoffer kan worden van een methodiek of de visie van de therapeut.
Centraal in de kindertherapeutische diagnose staat de methodiek IK-relatie-klacht.
Dit concept houdt het volgende in: het kind is de ‘IK’ die de klacht ervaart.
De klacht wordt door de therapeut begrensd en opgevat als een kant van de persoonlijkheid, waarover het kind weinig controle heeft.
Het doel van de behandeling is het kind te helpen om controle te hernemen en keuzemogelijkheden te ontwikkelen ten aanzien van de klacht, zodat het kind op een gezonde wijze verder kan.
De therapie richt zich op de binnenwereld van het kind, maar ook op de relaties die het heeft binnen het gezin en op de buitenwereld zoals de school.